Ga naar de inhoud

Verklaringsmechanismen

Bewegen verbetert je cognitieve functies, maar hoe werkt dat dan?

Dit doet jouw brein zodra je beweegt

Zodra jij je hardloopschoenen aantrekt en gaat hardlopen, gebeurt er vanalles in je brein. Terwijl jij hard aan het werk bent je looptijd te verbeteren, zijn je hersenen druk bezig allerlei processen in je hoofd te regelen.
Driekwart van het totaal aantal hersencellen zijn actief zodra jij beweegt. Er zijn namelijk allerlei taken waarmee je brein rekening mee moet houden. De grote hersenen zijn verantwoordelijk voor het plannen en het uitvoeren van de beweging. Een ander gedeelte van de grote hersenen zorgt voor de houding, het evenwicht en de spierspanning. Hierbij wordt er ook opgelet dat je geen ongewenste bewegingen maakt en dat je vrijwillig kunt starten en stoppen met het uitvoeren van een beweging.

Terwijl de grote hersenen zich daarom bekommeren, zorgen de kleine hersenen ervoor dat je bewegingen vloeiend zijn. Doordat je natuurlijk ook wilt weten waar je rent, wordt ook je visuele systeem gebruikt. Er zijn dus veel radertjes aan het draaien om te zorgen dat jij überhaupt vooruit komt.
Doordat je hersenen zo druk bezig zijn, komen er verschillende biologische processen op gang. Zodra je beweegt geeft je brein neurotrofines af. Deze stofjes dragen op 3 manieren bij aan het verbeteren van je cognitieve functies:

  • Ze zorgen voor de aanmaak van nieuwe hersencellen.
  • Ze maken nieuwe verbindingen tussen deze hersencellen zodat er een betere ‘communicatie’ plaatsvindt.
  • Er worden nieuwe bloedvaatjes aangemaakt waardoor er meer voeding en zuurstof naar de hersencellen kan.

Er zijn bepaalde gebieden in je brein die extra profiteren van deze neurotrofines. Zodra je beweegt worden je prefrontale cortex en je hippocampus extra geprikkeld. Dit zijn erg belangrijke gebieden; ze zorgen er namelijk voor dat je nieuwe informatie kunt verwerken en opslaan.

4 MANIEREN WAAROP BEWEGEN JE COGNITIEVE FUNCTIES VERBETERT
Bewegen zorgt er dus voor dat allerlei stofjes aan de slag gaan in je brein. Maar wat voor invloed heeft dit vervolgens op jou?
Meer beweging kan op 4 manieren bijdragen aan de verbetering van je cognitieve functies.

  • Een beter geheugen
    Doordat beweging nieuwe verbindingen maakt tussen je hersencellen verbeter je je geheugen. Deze zogenaamde neurale netwerken spelen een belangrijke rol bij het opslaan en onthouden van informatie. Doordat je nieuwe hechtingen maakt in de witte substantie van je brein, kan het kortetermijngeheugen beter dingen onthouden.
  • Een verhoogde concentratie
    Tot je dertigste levensjaar ontwikkelt zich nog een bepaald deel van je hersenen: de fasciculus uncinatus. Dit gedeelte van je brein heeft als belangrijkste functie het optreden als een soort filter. Voor je concentratie is het van belang dat je brein de relevante dingen filtert zodat jij je kunt concentreren op die taak voor je, in plaats van op die zoemende vlieg.
    Zodra de witte stof van je hersenen geen goede doorbloeding heeft, wordt het afremmen van prikkels moeilijker voor je brein; je kunt je dan minder goed concentreren. Door veel te bewegen stimuleer je deze doorbloeding én dus je concentratie!
  • Een sneller denkvermogen
    Deze doorbloeding is niet alleen van belang voor je concentratie, maar ook voor de informatieverwerking in je brein. Zodra de witte en de grijze materie een goede doorbloeding hebben, kunnen ze beter ‘communiceren’. Hoe beter de connectie tussen deze twee gebieden is, hoe sneller en krachtiger ze informatie met elkaar kunnen delen. De verbinding tussen deze twee delen kun je dus makkelijk verbeteren door regelmatig te bewegen!

  • Een jonger brein
    Je hippocampus krimpt naarmate je ouder wordt. Dit verhoogt de kans op dementie en Alzheimer. Amerikaanse onderzoekers ontdekten echter dat beweging de hippocampus vergroot. Ouderen die hun conditie verbeterden toonden een vermindering in het verlies van zenuwcellen aan; het liet zelfs een aantal zenuwcellen in een gebied doen stijgen!
    Bij de groep ‘bewegende’ ouderen die meedeed aan het onderzoek, zagen de onderzoeker een toename in de aanmaak van neurotrofines. De hippocampus bleek zelfs 2% gegroeid te zijn. Ook de prefrontale cortex bleef niet achter. Ze concludeerden hieruit dat regelmatig bewegen de hersenleeftijd kan verjongen met maar liefst 2 jaar! Beweging is dus ook erg van belang als je, gezond, oud wilt worden.

Op naar een beter én slimmer brein!

Bron: Tijdwinst.com

Wat leren andere onderzoeken ons

  • Beweging verbetert de creativiteit – dit geldt niet alleen voor lopen, maar ook voor kleine bewegingen die tijdens het zitten worden uitgevoerd. Beweging helpt ons dus creatief te denken.
  • Regelmatig bewegen houdt het brein fit. Eerdere onderzoeken wezen bijvoorbeeld uit dat lichaamsbeweging de cognitie van ouderen die een hoog risico op alzheimer of fronto-temporale dementie lopen verbetert. Neurowetenschapers van de University of California (in San Francisco) hebben het Gpld1-eiwit geïdentificeerd als een van de verklaringen voor de positieve effecten van beweging op de hersenen. Toediening van het eiwit zorgt in muizen, zelfs zonder bijbehorende lichamelijke activiteit, voor een fitter brein.
    Bron: Eiwit dat instaat voor gunstige effecten van beweging op het brein ontdekt
  • Een experiment van de Universiteit van West Michigan toonde aan dat je na een korte stevige loopsessie van 30 minuutjes de vele informatie die op je afkomt al beter verwerkt.
    Bron: Cortical neural arousal is differentially affected by type of physical exercise performed
    Net zoals twee andere universiteiten (de Lithuanian Sports- en Nottingham Trent University) vaststelden dat een intervaltraining goed is voor de ‘uitvoerende functie’ van je hersenen. Een verbetering van deze functie zorgt ervoor dat je minder snel afgeleid bent en problemen makkelijker oplost – voordelen die al na 10 minuutjes bij een sprintintervaltraining merkbaar zijn.
    Bron: Sprint-based exercise and cognitive function in adolescents
  • Bevindingen van hersenonderzoek van de University of Arizona leunen sterk aan bij vorige studies. Onderzoekers hier ontdekten duidelijke verschillen tussen zij die vaak liepen en niet-lopers. Zo merkten ze een toegenomen ‘gecoördineerde activiteit’ in bepaalde delen van het brein – vooral vooraan in de hersenen: het gebied waar de uitvoerende functie en het werkgeheugen gestuurd worden. Hiernaast zagen ze dat de activiteit in ons zogenaamde ‘defaultnetwerk’ afnam. Hoe minder activiteit hier plaatsvindt, hoe meer je je in een rusttoestand bevindt. Het defaultnetwerk is dan ook het gebied waar jouw rusteloze gedachten en kwaadsprekende stemmetjes zitten.
    Bron: Cortical neural arousal is differentially affected by type of physical exercise performed
  • Scans van de hersenen tonen aan dat meditatie en lopen hetzelfde effect hebben op het brein, nl. het gelijktijdig verhogen van de uitvoerende functies én de activiteit binnen het defaultnetwerk verminderen. De resultaten van dit onderzoek ondervinden we vaak in levenden lijve tijdens of na onze looptochtjes: als je aan het lopen bent, leef je gewoonweg – hoe zweverig het ook mag klinken – meer in het nu. Je let meer op je ademhaling en bent bewuster van je lichaam. Omwille van die bevindingen trekken de onderzoekers een parallel met mindfulness, een populaire relaxatiemethode waarbij je aandacht uitgaat naar het hier en nu om stress te verminderen.
    Bron: The neuroscience of mindfulness meditation

Ook dieronderzoek op ratten en muizen die in een tredmolen lange aftanden afleggen toont dat dit gunstige veranderingen in de hersenen geeft. Vooral in de hypocampus, die betrokken is bij geheugen en leren. Enkele veranderingen zijn:

  • meer capillairen,
  • meer synapsen,
  • grotere neuronale plasticiteit,
  • remming van beta amyloid (een stof geassocieerd met Alzheimer),
  • meer Brain Derived Neurotrohic Factor (BDNF) en nerve growth factor (NGF)